Castratie van de teef – De gevolgen voor gezondheid en gedrag

TeefNormale ontwikkeling van de teef

Om de invloed van castratie beter te begrijpen, is het belangrijk meer te weten over de normale ontwikkeling van de teef. Net zoals mensen hebben honden een puberteit. Deze begint op een leeftijd van ongeveer zes tot twaalf maanden, maar er is veel variatie tussen verschillende rassen. Over het algemeen komen kleinere honden eerder in de puberteit dan grotere honden en zijn kleinere honden eerder volwassen. Tijdens de puberteit wordt de teef vruchtbaar, doordat de productie van geslachtshormonen op gang komt. Honden zijn pas volledig fysiek en mentaal volwassen als ze twee tot drie jaar oud zijn.

Normale hormoonhuishouding van de teef

  • De productie van geslachtshormonen wordt aangestuurd vanuit de hypothalamus, een deel van de hersenen. De hypothalamus produceert een hormoon genaamd GnRH.
  • GnRH zorgt ervoor dat de hypofyse (hormoonklier dicht bij de hersenen) de hormonen LH en FSH produceert.
  • LH en FSH werken in op de eierstokken, waardoor daar eicellen gaan rijpen, wat uiteindelijk leidt tot de eisprong of ovulatie. De teef is op dat moment vruchtbaar. De periode tijdens en rond de eisprong wordt de loopsheid genoemd. De eierstokken produceren vooral tijdens de loopsheid een aantal geslachtshormonen, waaronder oestrogenen en kleine hoeveelheden testosteron. De productie van geslachtshormonen is een belangrijk signaal voor de hypothalamus om minder hormonen te gaan produceren, zodat het systeem in balans blijft. Dit signaal waardoor een hormoon zijn eigen productie remt, wordt negatieve feedback genoemd.

Hormonen teef

Normale cyclus van de teef

Teven worden ongeveer twee keer per jaar loops. De cellen die in de eierstokken achterblijven na de eisprong vormen zich om tot het gele lichaam. Het gele lichaam is een klier die het hormoon progesteron produceert.

  • Als er een bevruchting plaatsvindt, zal er een placenta gevormd worden. Deze vormt de verbinding tussen de moeder en de pups. De placenta produceert ook progesteron. Dit hormoon is uiterst belangrijk om de dracht in stand te houden. Zonder progesteron zou het lichaam van de teef de pups afstoten. De teef zal na ruim twee maanden bevallen.
  • Als er geen bevruchting plaatsvindt, wordt het gele lichaam afgebroken. De afbraak van het gele lichaam duurt bij de meeste zoogdieren maar een paar dagen. Bij de teef duurt dit langer dan een gemiddelde dracht, namelijk zeventig dagen! Zolang het gele lichaam bestaat, produceert het progesteron. Al die tijd lijkt het dus hormonaal alsof de teef drachtig is. Dit verklaart waarom sommige teven steeds schijndrachtig zijn. Na deze periode is de hormoonproductie gedurende vier maanden relatief laag en dan begint het verhaal opnieuw.

Ontmoeting tussen 2 honden.

Communiceren met je hond
Communiceren met je hond

Positieve gezondheidseffecten van castratie

Geslachtshormonen worden in relatief kleine hoeveelheden geproduceerd in bijvoorbeeld de bijnieren en het vetweefsel, maar het grootste deel van de geslachtshormonen komt van de eierstokken. Het wegnemen van de eierstokken heeft dus een grote invloed op de hormoonhuishouding van de teef en daardoor op de gezondheid. De meest genoemde positieve gezondheidseffecten van castratie zijn een sterk verminderde kans op melkkliertumoren en baarmoederontsteking. Het wetenschappelijk bewijs hiervoor is niet overweldigend, maar de verminderde kans wordt in de praktijk bevestigd door dierenartsen en dient dus serieus genomen te worden.

Een verminderde kans op melkkliertumoren en baarmoederontsteking is theoretisch perfect te verklaren. Bij iedere loopsheid komen oestrogenen en progesteron in relatief grote hoeveelheden vrij. Oestrogenen werken in op de melkklieren, waardoor daar steeds makkelijker tumoren kunnen ontstaan. Progesteron werkt in op de wand van de baarmoeder, waardoor een infectie zich daar steeds makkelijker kan nestelen. Hoe vaker de teef loops is geweest, hoe groter de kans. Om melkkliertumoren en baarmoederontsteking te voorkomen, is het dus van belang dat castratie op jonge leeftijd gebeurt. Vooral melkkliertumoren zijn niet goed te voorkomen door castratie op latere leeftijd. De status van de teef (gecastreerd of intact) lijkt echter niet de enige risicofactor. De kans op baarmoederontsteking en melkkliertumoren verschilt sterk tussen rassen.

Negatieve gezondheidseffecten van castratie

Ren nog niet direct naar de dierenarts. Castratie heeft namelijk ook een behoorlijk aantal negatieve gezondheidseffecten.

Urineweginfecties en incontinentie

Castratie lijkt de kans op urineweginfecties en urine-incontinentie te vergroten. Door de sterke vermindering in de hoeveelheid oestrogenen, wordt de spier die de blaas afsluit wat slapper. Daardoor kan de teef onbewust druppels urine verliezen. De kans hierop is kleiner bij kleinere hondenrassen en bij castratie na de eerste loopsheid in plaats van daarvoor.

Overgewicht of obesitas

Na castratie vertraagt het metabolisme van de hond, waardoor er minder energie nodig is om het lichaam in stand te houden. Daarnaast vermindert de hormonale remming van de eetlust: het signaal dat een verzadigd gevoel geeft na het eten wordt zwakker. Meer dan de helft van de gecastreerde honden lijdt aan overgewicht. Dit kan verschillende negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid.

Kanker

Zoals eerder beschreven, zorgt de productie van geslachtshormonen er middels negatieve feedback voor dat de hypothalamus en hypofyse minder hormonen gaan afgeven. Het systeem van negatieve feedback valt stil na castratie. De hersenen krijgen nooit een signaal dat er voldoende geslachtshormonen geproduceerd zijn, omdat die productie is weggevallen. Gecastreerde honden hebben hierdoor tot dertig keer meer LH in hun lichaam dan vergelijkbare intacte honden. LH werkt niet alleen in op de voortplantingsorganen, er zijn receptoren in het gehele lichaam. Een nog te testen theorie is dat de extreme concentraties LH op bepaalde plaatsen in het lichaam cellen zodanig stimuleren, dat zij zich ontwikkelen tot kankercellen. Er zijn verschillende soorten kanker die vaker voorkomen bij gecastreerde honden dan bij intacte honden:

  • Osteosarcoom: botkanker.
  • Hemangiosarcoom: kanker uitgaande van het bloedvatenstelsel.
  • Lymfosarcoom / lymfoom: kanker van de lymfocyten (type bloedcel) en lymfoïde weefsels (lymfeknopen, milt, lever, etc.).
  • Mastocytoom: mastceltumor (mastcellen zijn belangrijk bij ontstekingsreacties).

Botontwikkeling

De veranderingen in de hormoonhuishouding die met de puberteit gepaard gaan, zorgen voor het sluiten van de groeischijven in de botten. Dit proces is pas voltooid op een leeftijd van ongeveer anderhalf tot twee jaar. Bij castratie voor die leeftijd, blijven de groeischijven langer open en groeien de botten net wat langer door. Dit beïnvloedt de verhouding van de botten ten opzichte van elkaar. Dit is niet alleen belangrijk voor het uiterlijk van de hond, maar ook voor de functionaliteit. Gecastreerde honden hebben vaker last van heupdysplasie, patella luxatie en een ruptuur van de voorste kruisband van de knie. De kans is groter wanneer zij gecastreerd zijn op jonge leeftijd, maar vooral voor de ruptuur van de knieband geldt dat het verhoogde risico ook aanwezig blijft bij latere castratie.

Teef agressie

WegloopgedragGedragseffecten van castratie

In tegenstelling tot reuen worden teven niet vaak gecastreerd vanwege hun gedrag. Bij 58% van de gecastreerde reuen was gedrag een reden voor castratie, versus slechts 11% van de gecastreerde teven. Het grotendeels wegvallen van de productie van geslachtshormonen na castratie kan invloed hebben op het gedrag van de hond. Bij teven is relatief gemakkelijk te bepalen of ongewenst gedrag beïnvloed wordt door hormonen. Als het gedrag vooral of uitsluitend voorkomt tijdens de loopsheid of in de periode daarna, dan wordt het waarschijnlijk (deels) veroorzaakt door hormonen. Grote kans dat het vermindert na castratie. Vaak kan het echter ook op andere manieren opgelost worden.

Castratie kan ook een onverwachte en/of onbedoelde invloed hebben op gedrag. Deze invloed is niet altijd positief. Er is veel te weinig onderzoek gedaan om harde conclusies te trekken, maar enkele onderzoeken die gebaseerd zijn op enquêtes wekken de indruk dat angst en agressie toenemen na castratie. Het is belangrijk om te vermelden dat het bij deze onderzoeken gaat om een ‘associatie’. Dit betekent dat er geen oorzaak en gevolg is aangetoond. Er is niets bekend over het gedrag van de gecastreerde honden voordat zij gecastreerd werden. Mogelijk waren ze toen al angstiger en agressiever dan de honden die intact bleven, wat de resultaten zou vertekenen.

Er is één onderzoek dat wel rekening houdt met het gedrag vóór de castratie. Voor dit Koreaanse onderzoek zijn veertien Duitse Herder teven toegewezen aan een castratiegroep (verwijdering van zowel de eierstokken als de baarmoeder) of een controlegroep. De teven in de eerste groep werden gecastreerd (op een leeftijd van vijf tot tien maanden) en na vijf maanden werd hun gedrag middels een gedragstest vergeleken met dat van de teven in de controlegroep. Beide groepen waren op de castratie na precies hetzelfde behandeld. Tijdens de gedragstest naderden een voor de teef onbekende persoon en onbekende hond de kennel van de teef. De reactiviteit van de gecastreerde teven bleek hoger te zijn: zij blaften en gromden meer, waren veel drukker in hun bewegingen en toonden meer tekenen van stress. De kans op een verhoogde reactiviteit lijkt hoger als de teef al een relatief hoge reactiviteit toont voor de castratie. Het is daarom af te raden om teven die wat feller zijn te laten castreren. De kans bestaat dat dit gedrag na castratie toeneemt.

Conclusie

Naar mijn mening is het wel of niet laten castreren van een teef een lastige keuze. Er zijn behoorlijke negatieve gezondheidseffecten, maar daar staan daar serieuze positieve gezondheidseffecten tegenover. Daarbij komt dat voor de positieve effecten zo vroeg mogelijk gecastreerd dient te worden, terwijl de negatieve effecten dan des te heftiger zijn. Wat betreft het gedrag zijn eventuele negatieve effecten waarschijnlijk relatief klein.

Voorzichtigheid is wel geboden bij teven die wat feller zijn. Dit zou na castratie kunnen verergeren. Problemen rond de loopsheid en schijndracht zijn vrijwel zeker te verhelpen door castratie, maar mogelijk ook op andere manieren op te lossen. Overleg met je dierenarts om te bepalen welke effecten zwaarder wegen. Als castratie de beste optie is, bepaal dan ook in overleg met je dierenarts op welk moment je dit laat doen.

Referenties

Dit artikel is gebaseerd op tientallen wetenschappelijke referenties. Een deel van de belangrijkste (gebaseerd op opzet van de studie en grootte van de onderzoeksgroep) is hieronder genoemd. Neem eventueel contact op voor een complete lijst, of raadpleeg een van de eerste drie artikelen hieronder. Dit zijn review artikelen, die een overzicht geven van bestaande literatuur.

  • Palmer, C., Corr, S., & Sandøe, P. (2012). Inconvenient desires: should we routinely neuter companion animals? Anthrozoos, 25, 153-172.
  • Urfer, S.R. & Kaeberlein, M. (2019). Desexing Dogs: A Review of the Current Literature. Animals, 9, 1086.

Positieve gezondheidseffecten na castratie

  • Beauvais, W., Cardwell, J.M. & Brodbelt, D.C. (2012). The effect of neutering on the risk of mammary tumours in dogs – a systematic review. Journal of Small Animal Practice, 53(6), 314-322.
  • Jitpean, S., Hagman, R., Holst, B.S., Höglund, O.V., Pettersson, A. & Egenvall, A. (2012). Breed variations in the incidence of pyometra and mammary tumours in Swedish dogs. Reproduction in Domestic animals, 47, 347-350.

Negatieve gezondheidseffecten na castratie

  • Gruntzig, K., Graf, R., Boo, G., Guscetti, F., Hassig, M., Axhausen, K.W., et al. (2016). Swiss Canine Cancer Registry 1955–2008: Occurrence of the Most Common Tumour Diagnoses and Influence of Age, Breed, Body Size, Sex and Neutering Status on Tumour Development. Journal of Comparative Pathology, 155, 156-170.
  • Hart, B.J., Hart, L.A., Thigpen, A.P. & Willits, N.H. (2016). Neutering of German Shepherd Dogs: associated joint disorders, cancers and urinary incontinence Veterinary Medicine and Science, 2, 191-199.
  • Torres de la Riva, G., Hart, B.L., Farver, T.B., Oberbauer, A.M., Messam, L.L.M., Willits, N. & Hart, L.A. (2013). Neutering dogs: Effects on joint disorders and cancers in golden retrievers. PloS One 8 (2).
  • Zink, M.C., Farhoody, P., Elser, S.E., Ruffini, L.D., Gibbons, T.A. & Rieger, R.H. (2014). Evaluation of the risk and age of onset of cancer and behavioural disorders in gonadectomized Vizslas. Journal of the American Veterinary Medical Association 244(3), 309-319.

Gedragseffecten na castratie

  • Kim H.H., Yeon S.C., Houpt K.A., Lee H.C., Chang H.H. & Lee J.H. (2006). Effects of ovariohysterectomy on reactivity in German Shepherd dogs The Veterinary Journal, 172, 154-159.

Een goede tip als je meer wil weten over de effecten van castratie

  • Should I spay or neuter my dog? Understanding the secret life of sex hormones. Geschreven door Jane Messineo Lindquist, Director of the film ‘Puppy Culture – The critical first twelve weeks that can shape your puppy’s future’. Hierin worden veel wetenschappelijke onderzoeken en referenties aangehaald, ook over castratie bij de reu.
Communiceren met je hond
DogTravel - Specialist in avontuurlijk reizen met je hond

Credits

Dit artikel is geschreven door Pascalle Roulaux, BSc Diergeneeskunde en MSc Dierwetenschappen. Pascalle geeft via haar bedrijf Dog Knows lezingen over onder andere de effecten van castratie op het gedrag en de gezondheid van honden.

Reacties

Zie je hieronder geen reacties? Lees hier dan hoe je reacties eenvoudig kunt activeren.

Doggo.nl

Doggo maakt gebruik van cookies voor het analyseren van onze bezoekers, social media en het tonen van advertenties. meer informatie

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close